Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Christus, [15]als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens [16]huis wij zijn, indien wij maar [17]de vrijmoedigheid en [18]de roem der hoop tot het einde toe vast behouden. 15. Dat is, als de eigen Zoon en erfgenaam, want anders was ook Mozes een zoon Gods door het geloof. 16. Dat is, gemeente, of huisgenoten; gelijk vs.2. 17. Dat is, het geloof of vertrouwen op Christus, waardoor wij een vrijmoedigen toegang hebben tot God, als tot onzen Vader. Zie hierna hfdst.10 vs.22, en Rom.8:15, enz. 18. Dat is, waardoor wij van Gods gunst en toekomende heerlijkheid durven roemen; Rom.5:2,3.